أحمد محمد لبن Ahmad.M.Lbn مؤسس ومدير المنتدى
عدد المساهمات : 48824 العمر : 71
| موضوع: Het rotsachtige pad الأربعاء 04 يناير 2017, 3:58 pm | |
| Het rotsachtige pad In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle. [15:1] Alif Laam Raa. Dit zijn de verzen van het Boek, de duidelijke Koran. [15:2] De ongelovigen zullen dikwijls wensen, dat zij Moslims waren. [15:3] Laat hen eten en zich vermaken en laat hun ijdele hoop hen achteloos maken; zij zullen het weldra te weten komen. [15:4] En Wij hebben nooit een stad verwoest of het besluit er toe was bekend gemaakt. [15:5] Geen volk kan zijn vastgestelde tijd vooruitlopen noch kunnen zij daarbij achterblijven. [15:6] En dezen zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning is neergezonden, je bent voorzeker bezeten." [15:7] Waarom brengt je ons geen engelen indien je tot de waarachtigen behoort? [15:8] Wij zenden alleen engelen neer met de werkelijkheid en dan wordt hun (de ongelovigen) geen uitstel geschonken. [15:9] Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Koran) neergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn. [15:10] En vóór u zonden Wij reeds (boodschappers) onder de oude stammen. [15:11] Maar er kwam nooit een boodschapper tot hen of zij bespotten hem. [15:12] Zo doen Wij dat in het hart der schuldigen binnendringen. [15:13] Zij geloven er niet in, hoewel er het voorbeeld der vroegere volkeren is geweest. [15:14] En indien Wij een deur van de hemel voor hen zouden openen waar zij door zouden klimmen, [15:15] Dan zouden zij zeker zeggen: "Onze ogen zijn slechts beneveld; neen wij zijn veeleer een betoverd volk." [15:16] En Wij hebben aan de hemel voorzeker banen (van sterren) gemaakt en hem voor aanschouwers versierd. [15:17] En Wij hebben hem tegen elke vervloekte Satan beschermd. [15:18] Maar indien iemand steelsgewijze luistert, vervolgt hem een heldere vlam. [15:19] En Wij hebben de aarde uitgespreid, er hechte bergen op geplaatst en Wij doen er allerlei noodzakelijke dingen in de juiste maat op groeien. [15:20] Waarvan Wij voor u en degenen die je niet onderhoudt bestaansmiddelen verstrekken. [15:21] Er is niets of de schatten er van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts in bepaalde mate neer. [15:22] En Wij zenden bestuivende winden, daarna zenden Wij water uit de wolken neer en geven het u dan te drinken en je bent niet degenen die het vergaart. [15:23] En voorwaar, Wij zijn het, die leven geven en doen sterven en Wij zijn de Erfgenaam. [15:24] En Wij kennen degenen die onder u vooruitgaan en Wij kennen degenen die achterblijven. [15:25] Voorzeker uw Heer zal hen allen verzamelen. Voorwaar, Hij is Alwijs, Alwetend. [15:26] Waarlijk Wij schiepen de mens uit droge, klinkende klei, uit zwarte modder in vorm gewrocht. [15:27] En Wij hadden voorheen de djinn uit vlammend vuur geschapen. [15:28] Toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik ga de mens uit droge, klinkende klei scheppen, uit leem gewrocht." [15:29] Wanneer Ik hem daaruit heb gevormd en hem Mijn geest heb ingeblazen, valt dan in onderdanigheid voor hem neer. [15:30] De engelen onderwierpen zich allen tezamen. [15:31] Maar Iblies weigerde tot degenen te behoren die zich onderwierpen. [15:32] Hij zeide: "O Iblies, wat hapert u dat je niet onder degenen bent die zich onderwerpen?" [15:33] Hij antwoordde: "Ik ga mij niet onderwerpen aan de mens, die Gij uit droge, klinkende klei hebt geschapen, uit leem gemaakt." [15:34] God zeide: "Ga dan heen, je bent voorzeker verworpen." [15:35] Mijn vloek zal tot de Dag des Oordeels op u rusten. [15:36] Hij zeide: "Mijn Heer, schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." [15:37] God zeide: "U wordt uitstel verleend." [15:38] Tot de Dag van de bekende tijd. [15:39] Hij antwoordde: "Mijn Heer, daar Gij mij verloren hebt geacht, zal ik voor hen (de dingen) op aarde schoonschijnend maken en hen allen doen dwalen." [15:40] Met uitzondering van Uw oprechte dienaren onder hen. [15:41] God zeide: "Dit is een pad, rechtstreeks tot Mij." [15:42] Gij zult over Mijn dienaren zeker geen macht hebben, met uitzondering van de dwalenden die u volgen. [15:43] En de hel is zeker de beloofde plaats voor hen allen. [15:44] Zij heeft zeven poorten en elke poort heeft een gedeelte hunner toegewezen gekregen. [15:45] Voorwaar, de rechtschapenen zullen te midden van tuinen met bronnen zijn. [15:46] Gaat er met vlede en veiligheid binnen. [15:47] En Wij zullen alle wrok uit hun hart uitroeien, op tronen zullen zij als broeders tegenover elkander zitten. [15:48] Vermoeidheid zal hen daar niet raken noch zullen zij er van worden verdreven. [15:49] Zeg tot Mijn dienaren dat Ik voorzeker Vergevensgezind, Genadevol ben. [15:50] En dat Mijn straf de pijnlijke straf is. |
|